Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de [21]weg [22]voor dezelve henen was als de gedaante der kameren, die den weg [23]naar het noorden waren, naar derzelver lengte, alzo [naar] derzelver breedte; en al haar uitgangen waren ook naar derzelver wijzen en naar derzelver deuren. 21. Of wijze, gelegenheid. 22. Hebreeuws, voor haar aangezicht. 23. Dat is, zij waren gelijk die, in lengte, breedte, uitgangen, fatsoen en deuren.